Lijkschouw door de huisarts

Leerdoel

In de nascholing werken we aan diverse leerdoelen. Na afloop weet/ken je:

• Je rol binnen de Wet op de lijkbezorging
• Wat de begrippen aard van overlijden en oorzaak van overlijden betekenen
• Wat de verschillende soorten van niet-natuurlijk overlijden zijn
• Hoe je de NHG-richtlijn en de KNMG-handreiking over overlijden toepast
• Wat de gronden zijn om een schouw over te dragen
• Het begrip lijkvinding in de zin der wet
• Hoe je het begrip behandelend arts in het kader van de Wet op de Lijkbezorging toepast
• De aandachtspunten voor een lijkschouw volgens de regels van het vak
• De ruimte en grenzen in de communicatie met de forensisch arts en de nabestaanden

Inhoud

Als huisarts heb je een belangrijke taak: het schouwen van de patiënt na overlijden. Dit dient zo spoedig mogelijk te gebeuren. Maar waar moet je allemaal bij stilstaan en waar moet je op letten?

In deze nascholing gaan we in op de diverse onderdelen van lijkschouw. Je krijgt antwoord op onder andere de volgende vragen:

• Wanneer ben je wel of niet overtuigd van een natuurlijk overlijden?
• Welke specifieke stappen moet je doorlopen?
• Welke gegevens heb je nodig?
• Wat als de datum van overlijden onbekend is?
• Wat zijn jouw taken en plichten?
• En hoe verloopt de samenwerking tussen de behandelend arts, gemeentelijk lijkschouw en politie?

Verder worden de verschillende postmortale verschijnselen en bevindingen toegelicht. Wat vertellen deze verschijnselen je over de aard of datum van overlijden? Ook gaan we in op de (administratieve) afhandeling van de schouw.

Als laatste komen de belangrijkste wetten en richtlijnen aan bod en de begrippen lijkschouw, behandelend arts en de NODOK-procedure (Nader Onderzoek naar de Doods Oorzaak bij kinderen) worden besproken.

Er is in deze nascholing voldoende ruimte voor eigen casuïstiek en het stellen van vragen.